Sinterklaas heeft een stoppelbaard

Heel Spanje is in rep en roer,
Sint Nicolaas was op de foute toer.
De Sint had last van baardschurft,
Hij nam toen een middel, heel gedurfd.

Maar Sint Nicolaas heeft heel oude ogen,
En zij waren het, die hem bedrogen.
Sint Nicolaas, die had niet goed opgelet,
Hij bekeek de beschrijving niet nauwgezet.

Zijn Pieten waren reeds naar bed,
Want anders hadden die wel opgelet.
Hij dacht: "Dit is het middel dat ik hebben moet,
Dit doet die schrale plekken zeker goed."

Hij stond daar voor de spiegel heel bedaard,
En smeerde de crème in zijn lange baard.
Nadat hij ook zijn prothese nog had gepoetst,
Werd de scheurkalender nog even getoetst.

Eén december wees die aan,
Sint dacht: "Dan wordt het tijd dat wij morgen gaan,
Want vijf december moet ik in Holland zijn.
Met mijn cadeautjes voor groot en klein."

Al zullen de grote in mij niet meer geloven,
De kleintjes mag ik niet van hun droom beroven.
Toen vlijde ook de Sint zich neer,
De crème deed wel een beetje zeer.

Doch dit was voor de Sint niet verontrustend,
Hij sloot de ogen heel berustend.
Maar toen hij 's morgens ontwaakte,
Toen voelde de Sint zich een mismaakte.

Zijn lange witte baard lag op de grond,
Terwijl de Sint zich nog in bed bevond.
Wat is er toch vannacht gebeurd,
Zo wordt ik als Sint vast afgekeurd.

Slechts stoppels sierden zijn gelaat,
De Sint werd op zich zelve reuze kwaad.
Hij tierde en hij raasde,
Wat alle Pieten zeer verbaasde.

Dit hadden zij van de Sint nog nooit gehoord,
Ze renden naar diens kamer, door de Hoofdpiet aangespoord.
En vonden een oude gebroken man met stoppelbaard,
Wat voor hen zijn getier verklaart.

De Hoofdpiet ziet de pot met crème,
En leest de beschrijving met luide stem:
"Ontharingscrème voor ontsierende haren,"
Ja zo kunnen wij niet naar Holland varen.

De Hoofdpiet zet zich naast de Sint,
En vraagt wat hij van deze situatie vindt.
Ja Piet, wat kunnen wij hier aan doen?
In Holland zetten de kinderen reeds hun schoen.

Wij moeten het er maar op wagen,
En aan de dokter een heel sterk haargroeimiddel vragen.
Want een Sint met een stoppelbaard,
Dat past niet op een paard.

Wij moeten deze ramp wel verzwijgen,
Zodat de kinderen in Holland het niet te horen krijgen.
In Spanje ging de mare rond,
Maar er was niemand die zo'n haargroeimiddel vond.

De Hoofdpiet zei: "Laten wij maar varen gaan,
Wij plakken er wel een nepbaard aan!"
Dus als u straks de Sint met een nepbaard ziet,
Dan is die Sint wel echt, maar zijn nepbaard niet.

DdJ.

Waardering: 8 met 25 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Dolf

Volgende gedicht: Sint trekt een lootje, ziet de naam en is dan helemaal verrast
Vorige gedicht: Sint Nicolaas spreekt
Terug naar de lijst met ingezonden gedichten
Sinterklaasgedichten zoeken op trefwoord